Category Archives: De belangrijke dingen

Oud

Oud

Haar ogen lichten op als wij de kamer binnenlopen, moeizaam maar enthousiast komt ze half uit haar comfortabele fauteuil om de kleinkinderen in haar armen te sluiten en te kussen zoals alleen oma’s dat kunnen.

Schuifelend achter haar rollator komt ze achter mij aan naar het kleine keukenblok dat haar kamer rijk is. Afgezien van haar typische verzorgingshuisbed, vormen haar antieke kast, vele foto’s en enkele kleine meubeltjes voor de herinneringen aan haar huis. Waar ze tot een jaartje terug nog zelfstandig woonde, op haar 92e.

Haar nieuwe thuis beslaat een paar vierkante meter waar ze het grootste gedeelte van de dag zit, waar ze naar buiten staart naar de wereld die zij ooit betrad zoals wij dat nu achteloos doen. Ze kijkt ook naar de wereld via haar tv waar ze graag, net als mijn oma, voetbal op kijkt. Ze gaat dagelijks naar beneden om gerechten te eten die ze zelf niet uitkiest, die niet gekruid zijn zoals zij dat graag deed. Ze doet mee aan activiteiten omdat ze ook niet weet hoe ze dag anders om moet krijgen en deelt haar leven met mensen die ze niet heeft uitgezocht.

Haar buurvrouw rookt als een schoorsteen. Thuis had ze geen last van haar rokende buren maar hier dringt de geur binnen als muizen op een oude zolder. Je krijgt er vroeg of laat toch last van en zie ze maar eens weg te krijgen…

Haar leven wordt nu bepaald door andere mensen, die beslissen wat en wanneer ze eet, die haar de broodnodige zorg geven die ze nodig heeft maar ook niet meer dan dat. Ze toont ons haar benen, wat zou ze graag willen dat iemand ze elke dag even insmeert want zelf kan ze dat niet meer. Maar de verpleging heeft daar geen tijd voor. Als wij vinden dat de verpleging dat heus wel kan, dat het ze maar een minuutje werk kost, lacht ze het verontschuldigend weg… Ze wil ze niet tot last zijn. Ook al is de reden dat ze nu in het verzorgingshuis zit omdat ze haar benen niet meer kan insmeren, omdat ze niet meer voor zichzelf kan koken, omdat ze alleen nog maar schuifelend vooruit komt.

Omdat al die dagelijkse dingen, die wij zo achteloos doen niet meer gaan.

Als we onze kids weer in de auto hebben geladen, onszelf in de veilige gordels hebben geklikt, als we de snelweg opdraaien terug naar ons thuis bekruipt mij de angst. Het verstikt mij. Straks, op een dag, later, ooit, in de verre, verre toekomst zit wij ook in een verzorgingshuis. Misschien samen, maar de kans is best groot dat we er alleen komen te zitten. Met net als oma een foto van onze geliefde op het nachtkastje. We kijken naar de klok en zien de minuten van ons leven wegtikken, we kijken naar buiten en zien wat we niet meer kunnen. We kijken tv en volgen het allemaal niet meer zo. Ik knijp mijn man in zijn knie, kijk naar zijn prachtige groene ogen. Kijk in de achteruitkijkspiegel naar mijn kleine kindjes en slik de angsten weg. Ik leef nu. Ik kan kiezen wat ik eet, wat ik kijk, wat ik doe. Waar ik heen wil. Ik kan dansen, ik kan zingen, ik kan genieten. Laten we dat dan ook doen alsjeblieft, gewoon groots genieten.

Want straks, op een dag, later ooit, in de verre toekomst, is dat allemaal voorbij en durven we de verpleging niet meer te vragen of ze alsjeblieft onze benen even in willen smeren.

Twee Bakjes Haring

Twee Bakjes Haring

Ik ga liggen op de mat en sluit mijn ogen. Mijn ademhaling wordt dieper en ik probeer te ontspannen. ‘Ontspan,’ zeg ik tegen mijzelf, ‘ontspan.’ Ik heb een haat-liefdeverhouding met de eindontspanning van yoga. Ik wil het zo graag maar tegelijk voelt het als verspilde tijd, een beetje liggen niksen op dat matje…

Oh nee. Dat was de voice-over van mijn leven weer, die slaat altijd op de vreemdste momenten aan. Ik probeer hem te sussen met wat ‘mantra’s’ zoals: ‘Het is maar een gedachte, observeer en laat het gaan. Concentreer je op iets anders. Op je ademhaling. Adem in. Adem uit. Adem i…’ In gedachten verschijnt ook nog eens mijn collega Miranda. ‘Don’t mind me,’ zegt ze. En ze lacht eens lief.

Vooruit, Miranda mag blijven. Zij is een echte yogi. En dús goed voor mijn ontspanning beslis ik. Maar eh… moest ik niet aan niets denken? Sorry Miranda, *hup* mijn hoofd uit!

Ik focus opnieuw op mijn ademhaling. Adem in. Adem uit. Adem in. Adem ui… Zou ik dit ook een keer in een plog op kunnen nemen? Ik bedoel zou het héél gek zijn als ik nu even gauw een selfie neem, waarop ik doe alsof ik er waanzinnig ontspannen bij lig? Maar dan moet ik nu wel even mijn medecursisten misschien waarschu… AH! Zwijg daarboven! FOCUS. Op de muziek dan maar, als de ademhaling niet werkt.

Dit is mooie muziek. Fijn Hindoestaans gewauwel dat ik niet versta. Geen touw aan vast te knopen. Voer mij weg van de hectiek in mijn hoofd op deze rustgevende tonen, heerl…

‘Haring…’

Oh nee. Zeg dat het niet waar is. Zit er een ‘Mama Appelsap’ in dit liedje?! Vastberaden zingt de dame verder: ‘Shaaaanti, shaaanti… Twee bakjes haring.’ Krampachtig leg ik mijn handen op mijn gezicht, maar het is al te laat. Mijn mondhoeken krullen omhoog en gegiechel stijgt uit mijn binnenste op. Ik probeer mij te herpakken. Niet lachen, niet lachen, niet lachen.

‘Twee bakjes haring,’ klinkt het en dan heel vastberaden: ‘Cúrry met haring, curry met haring.’ Ik ben verloren, ik geef het op. De poorten van het Nirwana blijven wederom voor mij gesloten. Maar mijn ogen niet. Die zijn wagenwijd open en staren verbijsterd naar het plafond. Er is net een kwartje vallen. Keihard. Want wat als mijn Nirwana niet uit stilte bestaat, maar juist uit woorden?

Tegen alle yogaregels in spring ik overeind en sprint sputterend het lokaal uit. Ik heb mijn inspiratie al op veel vreemde plekken gezocht maar het lag weer eens op de meest onwaarschijnlijke. In twee bakjes Hindoestaanse haring op een yogamat.

Slow Down!

Slow Down!

Gestrekt lig ik in de hal. Met mijn voorhoofd op de koude marmeren vloer adem ik diep in en uit. Ik MOET rustig worden.
Terwijl ik gehaast mijn jas aantrok, de badkamer inrende om mijn tanden te poetsen, de krant las, de kat ontweek, checkte of ik nog sms’jes had en mijn haar fatsoeneerde, bleef ik met mijn voet hangen in het hengsel van mijn handtas en daar ging ik. Bridget Jones zou voor me hebben geapplaudisseerd.

Ik wil altijd te veel tegelijk. Het liefst op de momenten dat juist de tijd het niet meer toelaat. Maar ook als ik op een vrije ochtend met mijn koffie in bed zit, kan ik niet achterover zakken om schaamteloos te genieten van As the World Turns.
Lekker niks doen komt niet voor in mijn leventje. Met een oog op de tv, en koffie in de hand, doe ik met de andere mascara op, terwijl ik diep nadenk over de volgorde waarop ik mijn dag ga indelen. Multitasken heb ik tot een kunst verheven.

Luieren is voor mietjes! Ergens in mijn achterhoofd is een stemmetje het volkomen met mij eens. Ik ben geen mietje, met mijn volle agenda, mijn piepende telefoon en de drukte op het werk. Ik leef!

Maar daar op de koude marmeren vloer van mijn huis kwam de omslag: dit.niet.meer. Ik ben wél een mietje. Ik moet niet rustiger worden, ik wíl het. Dit stemmetje moet KO.

Weg met het volproppen van mijn leven met afspraken die niet haalbaar zijn, weg met rennen en vliegen om overal op tijd te zijn, weg met “moeten”, weg met mensen die een acute hartaanval krijgen als het niet gaat zoals ze het willen, weg met alle energievreters, de zeurders, de schuldgevoelaanpraters. Weg met de agendafunctie in je telefoon, de BlackBerry en “altijd en overal bereikbaar”.

Dan maar iets te laat, met een mascara die goed zit. Dan maar een trein later, zonder bijna mijn been te breken, dan maar niet doen wat een ander wil als ik daar beter van slaap, überhaupt niet meer doen wat anderen willen.
Dan maar niet aardig gevonden worden, dan maar geen “perfect” maar een “goed”.
Ik leef voor mijzelf, ik doe wat ík wil, en ik leg alleen verantwoording af aan mijzelf.

Of ik straks nou aan de hemelpoort sta, mag reïncarneren of terug ga naar aarde om daar in iemands huis rond te spoken, ik wil graag een mooi verhaal te vertellen hebben. Ik wil niet met mijn mond vol tanden staan of, nog erger, euforisch uitweidden over de deadlines die ik heb gehaald… Ik wil vertellen over luie zondagochtenden, over dagen gevuld met de dingen die ik leuk vond… En als er niks is na dit leven?

Dan was dat van mij verdomd eenmalig mooi!

7 November

7 November

Ik sla de dekens terug en omarm mijn buik. Baby zit er nog steeds in. Vandaag is het 7 November, D-day. Hier hebben we 40 weken lang naar uit gekeken, en altijd hebben wij geroepen dat baby eerder zou komen: zéker 2 weken voor de uitgerekende datum! Maar inmiddels begin ik te geloven dat deze baby er niet uit gaat komen. Zit er wel eentje in die buik? Ter bevestiging krijg ik een flinke por. Gelukkig, ik ben niet gewoon dik.

Tijdens het ontbijt kijken we elkaar aan, 9 maanden wachten op deze dag en nu is het zo ver! Ik had vanmorgen wel wat kramp, maar dat heb ik al 3 weken. Waar ik daar de eerste keren behoorlijk van in paniek raakte en vervolgens de hele nacht wakker lag, draai ik mij nu nog eens om. Ik hoor het wel, maak me maar weer wakker als je écht gaat komen.

Een ding is zeker, binnen nu en 2 weken zijn wij papa&mama, hebben wij die kleine trappelaar daar binnen in onze armen liggen. Spannend. Eng. Kriebels. Onwerkelijk.

Ons leven voelt een beetje alsof we in de wacht staan. Je zit nog in je “oude” situatie, en elke dag zou weleens de “nieuwe” kunnen worden. Elke nacht loop ik langs jouw kamer (zeker zo’n 5 keer), en denk ik dat jij daar misschien binnen een paar uur wel ligt.
Maar tot dan sla ik elke dag de dekens terug, omarm ik mijn buik en wachten we…

Het infuus versus de tumor

Het infuus versus de tumor

Zo’n 3 seconden na het verzenden van de sms hangt vriendin M. al aan de telefoon. Ze dacht ze belt mij maar even. Waar ik was. En ik, die zei dat ik maar bleef zitten aan mijn bureau omdat anders mijn ontvangst zou wegvallen “haha”. Ze zei dat ze het niet anders kon zeggen, dan gewoon recht uit, zoals het was. Als ik niet beter wist, zou ik denken dat ze het uitmaakte.

Haar stem breekt, “het is niet goed Sarah. Echt niet goed.”

Wat doe je dan? Wat kun je dan? Behalve naar haar stem luisteren die het verhaal verteld van de tumor die de arts aantrof op de echo. Een tumor van 18 cm doorsnee. Wat doet zo’n meloen (haar woorden) in mijn vriendinnetje? De enige meloen die daar hoort te zitten is een echte, maar dat zou niet goed zijn als ze een echte meloen, in zijn geheel, in haar buik zou hebben zitten.

Beelden van gestreepte meloenen in M.

M. die een complete meloen verorbert. Ik dwaal af.

Zij dwaalt ook af. Zij ziet alles voorbij komen, zij voelde de wereld onder haar verdwijnen en ik alleen mijn bureaustoel.

Maar toch zag ook ik alles voorbij komen, zelfs de operatie waar ze over spreekt die nog niet eens plaats heeft gevonden. Zelfs de pyjama’s die ze vanavond gaat kopen “voor in het ziekenhuis”.

En ik weet niet eens wat voor pyjama’s M. draagt. Maar ik weet wel dat ze een tumor heeft.
Ik weet ook dat ze van Thais soms moet overgeven en het toch blijft eten. Ik weet dat ze dol is op zoute drop. Dol is op D. haar vriend, dol is op haar katten, op reizen, dol is op fotografie en mijn passie deelt voor boeken. Dol is op series. Dol is op relativeren.

Dus het is niet zo erg, ze gaat alleen maar naar het ziekenhuis voor een MRI, CT scan, enge dokters en onzekerheid. Zij is niet bang voor die tumor, haar meloen, zij is bang voor het infuus. Een miezerig klein naaldje jaagt deze powervrouw de stuipen op het lijf.

En dat lijkt mij een prima deal. Het infuus versus de tumor.

Dat verliest die meloen garandeert. Heb ik wel eens bij Brianiac gezien. En alles wat ze daar zeggen en doen is waar. Want dat komt op Discovery channel.

Dus lieve M. maak van jouw angst jouw wapen, hef het zwaard, prepare for battle. We might be in for a bumpy ride. But so was Joan of Arc.

Stilte voor de Storm

Stilte voor de Storm

Met de slaap in mijn ogen staar ik naar het kartonnen staafje, ik draai het in het licht op zoek naar dat 2e streepje. Niks. Zuchtend kruip ik het bed weer in waar de liefde nog in een diepe slaap verkeerd. Na 5 minuten gaan mijn ogen weer open, ik kan de slaap niet vatten. Zal ik toch…? Ach, wat kan het kwaad? Ik gris het staafje van mijn nachtkastje en trippel op blote voeten naar de keuken. Mijn hart slaat een paar slagen over, een glimlach verschijnt samen met het zien van dat 2e blauwe…donkerblauwe streepje.

Eenmaal terug in bed grijns ik naar de liefde, die in slapende onwetendheid verkeerd. Ik besluit hem niet wakker te maken. Hij was zo moe, en we gaan nog genoeg vroege ochtenden krijgen. Giechelend lig ik op mijn rug, ogen staren naar het plafond en mijn hand zakt automatisch naar mijn buik. Hallo kleintje. Ik ben je mama. Naast ons ligt je papa nog te slapen. Ben je daar echt? Ben je een jongetje of een meisje? Hoe moeten we je noemen? Allemaal vragen die de vlinders in mijn buik doen dansen.

Naast mij is beweging, ik geloof niet dat ik geslapen heb. Niet echt althans. Ik wacht tot hij zijn ogen open doet en hou het staafje onder zijn neus. “Kijk!”. “Wat is dat?” is zijn verraste reactie. “Dat is dat we papa en mama worden! Leuk hè?”. Tranen. Niet de laatste kan ik je vertellen. Tja, wat doe je op de ochtend dat je net hebt ontdekt dat de grootste verrassing van je leven in je buik groeit? In bed liggen, Animal Planet kijken, nog meer tests doen en lachen. Veel lachen.

Gisteren hebben we jou voor het eerst gezien. Ik bekijk de foto’s keer op keer. Jij bent het echt, van alle kindjes in de wereld, is de allermooiste voor ons bewaard gebleven.

Enter a girl’s mind: weddingtime!

Enter a girl’s mind: weddingtime!

Was het jou ook al opgevallen? Zo rustig op enter a girl’s mind…

Komt omdat mijn mind op dit moment meer gevuld is met bruidstaarten, slingers, trouwjurken en het ja-woord dan met -uuuh- andere woorden!

Dus misschien zie je nog een schrijfsel verschijnen voor de bruiloft maar misschien ook even niet meer, the girl’s mind is busy at the moment. Dum-dum-de-dum…

Tot gauw!