Monthly Archives: December 2008

Vertel mij wie ik ben… (it’s all about me, me, me)

Vertel mij wie ik ben… (it’s all about me, me, me)

Voor degenen die hem gemist hebben op life and cooking.nl mijn introductieblog:

Of ik even een stukje wilde schrijven over mijzelf. Er is niks moeilijkers dan iets over jezelf schrijven. Want wie ben ik? Dat vraag ik mij ook regelmatig af, dus de beste manier om daar achter te komen was om het de mensen om mij heen te vragen.

Mijn moeder keek mij verliefd aan; je bent nog altijd mijn baby, mijn appeltje, mijn lieve paphoofd. Terwijl mijn moeder de fotoalbums uit de kast trok, en mijn babysokjes knuffelde, rende ik vlug naar mijn beste vriendin. Er moet toch iemand iets zinnigs te melden hebben?

Nadat ze diep had nagedacht, kreeg ik midden in de nacht een lange e-mail:
“Je bent optimistisch, enthousiast, ruimdenkend, heel zorgzaam, reislustig, nieuwsgierig, lief en uiterst briljant omdat een van je favoriete gerechten spaghetti met knakworstjes is, omdat je af en toe letterlijk stuitert van enthousiasme, je een ‘geweldig’ rekenkundig vermogen hebt :), niemand anders mij ooit zou opvrolijken tijdens een busreis door wijngums op mijn en haar gezicht te plakken, je in alle onschuld en zonder te blozen een rugbyspeler z’n t-shirt heb ontfutseld, je de meest geweldige chocolade taart kan maken, je èn goede serieuze gesprekken kan hebben èn dolle en dwaze.”

Na deze lofzang had ik gewoon moeten stoppen en niemand anders meer iets moeten vragen. Echter het mailtje “vertel mij wie ik ben” was toen al verzonden en het commentaar stroomde binnen, volgens mijn vriend was ik “volkomen geschift in het donker, alsof je uit een gesticht komt”, moest mijn bril van toen ik 13 was echt de deur uit, kookte ik niet op gevoel maar altijd met recept en de keer dat ik op gevoel kookte verdwenen er 4 eetlepels Sambal in het gerecht. Ik luister altijd iedereen af, drink veel te veel water en te weinig wijn.

Volgens mijn collega’s had ik teveel fantasie, exotische hobbies, een gewaagde kledingkeuze voor op de werkvloer (ik zeg megacoole sportschoenen met een hak van 10 centimeter), hou ik van hobbies maar niet van karten, kitesurfen en zwemmen. Maar wel weer van drijven…
Woorden als “pitspoezen” en “geval” hoorden niet op het werk geGoogled te worden en ik bakte te weinig taarten voor ze, ik was wispelturig, ziekelijk nieuwsgierig en ondanks mijn kledingkeuze had ik te weinig mini-rokken aan…

Na 20 mailtjes te hebben doorgespit keek ik enigszins gegeneerd in de spiegel. Was ik echt zo… raar?
Gelukkig bracht één mailtje orde in de verwarring, “met jou is het altijd lachen!”. Pfoei!

Oase-prikje…

Oase-prikje…

Naast mij gaan een zestal vrouwen helemaal los met dennentakken in verschillende kleuren. Ik staar naar de groene oase en moet de neiging bedwingen om eerst mijn vingers erin te drukken en daarna gillend weg te rennen. Deze workshop “kerststukjes maken” heeft mij ineens toch een te groot huisvrouwen gehalte.
Een gebrek aan totale creativiteit maakt zich van mij meester. Faalangst.

In totale paniek (de rest heeft zijn oase al bijna volgestoken met dennentakjes) steek ik gauw 3 grote takken in de oase. De leidster van de avond kijkt me een beetje verschrikt aan, “zijn die takjes niet wat groot denk je?”, ik voel me net weer 8 jaar oud tijdens de handenarbeidles. Ik heb nog nooit een kerststukje gemaakt, weet ik veel of de takjes te groot zijn! Naast mij beklaagt een van de joggingbroekken zich “Zo, kan ik niet werken. Thuis leg ik alle accessoires op de tafel en doe ik het vanuit mijn ge-he-voel”… Oh lord, het lijkt erop dat ik mij heb aangemeld voor de gevorderdencursus.

Als de versieringen arriveren, krijgen sommige diehard kerststukjes maaksters (thuis doe ik elk jaar een ander thema) spontaan een orgasme “oooh matte kerstballetjes, Aaaah!”. Ik sta volkomen wanhopig voor de accessoire tafel: wil ik matte of glanzende balletjes, appeltjes of sterretjes, wil ik mos en in welke kleur, en waar komen de waxinelichtjes in mijn kunstwerk?

Tijd voor een noodkreet richting de buitenwereld, ik sms beste vriendin W. die weet altijd raad: S.O.S. I suck big time in kerststukjes maken. Wijze woorden van W. doen licht glooien aan de horizon: gewoon fijn veel glitter er over heen strooien, zie je niks meer van.
Vol goede moed vraag ik om glitter. Een aantal huisvrouwen om mij heen happen verontwaardigt naar adem. Valse blikken gaan richting mijn stukje. “Glitter is zó 2003”…

Naast mij ontstaan keurig, beheerste en doordachte kerststukjes. Mijn stukje ziet eruit als een ongewied glitterloos tuintje waar zelfs David de Kabouter niet in zou willen wonen

Verzetten heeft geen zin meer. Ik ben een Van Dee. Wij houden van chaos en wanorde.
To hell met nette kerststukjes! De slobbertrui naast mij trok wat pips om de neus weg toen ik haar dennentakjes in mijn stukje stak, maar hé ik deed het nou eenmaal vanuit mijn ge-voe-hoel…

Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet

Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet

“Poeeesieie, poes, poesiepoes, poesiepoespoespoes, poesiepoes, poesiepoes, poesie poespoespoes, poesiepoespoespoes, poesiepoés poes poés poes…poespoespoes” zing ik in de keuken (eigen werk op bestaande melodie van Andre Rieu), mijn vriend staat mij van een meter afstand verbijsterd aan te kijken.
Voor wie zing ik?! Voor de poes natuurlijk! Ah, algauw blijkt dat ik een fles Cola een serenade aan het brengen was en niet de poes.

Ik zie slecht en niet zo’n beetje ook! Zonder lenzen ben ik een gevaar voor mezelf en de samenleving. Lange tijd ben ik in ontkenning geweest. Ja, ik zag slecht, maar zag er slechter uit met bril.

Zo’n 7 jaar heb ik rondgedwaald in een schemerwereld, gevuld met wazige verkeersborden (kunnen die dingen niet groter?!), vreemde aantekeningen (“wat staat er?!”) en hoofdpijn… Op straat zwaaide ik naar iedereen (hé tante Truus!), en rond Sinterklaastijd zag ik alle kleurrijk geklede mensen aan voor zwarte piet, één keer ben ik zelfs Marco Borsato tegengekomen in een tuincentrum. Tot grootte schaamte van mijn moeder bestormde ik, knijpend met mijn oogjes, de onbekende man, die mij verschrikt aankeek. Nou wil ik niet afgaan, en hou ik tot de dag van vandaag vol dat het “echwel” Borsato was, waarbij mijn moeder nog steeds zachtjes haar hoofd schud…

Hoe vaak heb ik wel niet een jongen aangestaard in een discotheek (die lijkt écht op Brad Pitt) om vervolgens, van dichterbij dan mij lief was te constateren dat hij écht niet op hem leek! Mijn moeder vreesde dat ik op een goede dag met een echt monster thuis zou komen dus werd het tijd voor rigoureuze maatregelen: of ik moest voor de rest van mijn leven thuis blijven of ik nam lenzen.

De opticien keek me verbijsterd aan “hoé lang loop je al zonder bril?”, nadat de man een dwangbevel had geregeld zodat ik nooit meer zónder de deur uit zou gaan, gingen de lenzen in. Ineens bleek de leraar Tekenen een wonderschoon wezen te zijn, de leraar Scheikunde écht niet en mijn lievelingsserie was dus toch ondertiteld…

Inmiddels draag ik ze al 9 jaar mijn vriendjes. Dankzij hen is de wereld een stuk mooier en ik ben een stuk veiliger voor de wereld. We zijn onafscheidelijk tot diep in de nacht als het moet.
Maar ‘s ochtends als ik -“au naturel”- voor de Cola fles zing, of mijn handtas aai in plaats van poesiepoes, dan moet ik lachen. Het leven is één grote verrassing zonder lenzen!