Category Archives: Slimme acties

Stomende seks hoedje

Stomende seks hoedje

Bij gebrek aan hippe zonnebril tijdens een zonovergoten lunchpauze, besloot mijn collega mij te “versieren” met een prachtig, ouderwets, zelf gevouwen hoedje. Mét klep.
Na een korte speurtocht op internet, was het droomhoedje in een mum van tijd gevouwen. Wat een beetje speeksel, krant en handige collega al niet kunnen klaarspelen.

Vol trots werd het hoedje op mijn hoofd gezet.
Afgezien van dat ik het, door aanwezig lentebriesje, moest vasthouden, werd er met succes een foto gemaakt van dit onvergetelijke knutselwerk.
Én – zo bleek achteraf – naar de afdeling gemaild, waar het nog vele jaren bleef opduiken tijdens jubilea, verjaardagen en allerlei andere lollige gelegenheden.

Het simpele kranten hoedje kreeg algauw een sterrenstatus toen na bestudering bleek dat Mr. Daniel Craig himself ons vanaf de binnenkant toelachte, dat frivole blote vrouwenbenen op de klep ons de ogen uitstaken en achterop de legendarische woorden stonden: “stomende seks met je grootmoeder”.

Algauw bleek dat het “stomende seks hoedje” een louterende werking had op vrouwelijke collega’s zonder seks, zelfvertrouwen of enige happiness in de vorm van een man of chocola.
Met Mr. Bond, James Bond op je hoofd, voelde het leven toch een stuk spannender, sexier en mooier. 10 minuten dragen bleek heilzaam voor lichaam en geest. En niet te vergeten was het een garantie voor de slappe lach als je tegen een sippe collega opperde dat zij best het stomende seks hoedje even mocht lenen.

Na één legendarische dag van trouwe dienst, prijkte het hoedje op mijn bureau op de hals van een Jip&Janneke bubbelsap fles. Bij een vlaag van gebrek aan inner sexyness zette ik het stomende seks hoedje op en luisterde naar Daniel Craig’s zwoele gefluister. Mijn inner goddess is weer helemaal “shaken, not stirred…”

Where’s the fire (2)

Where’s the fire (2)

Staande op het balkon, word mijn blik weggetrokken van mijn kat naar een flinke rookpluim 3 appartementen verderop. Ik ben gelijk alert, is dit een barbecue? Enorme wierrook? Een wespenverjager? Terwijl de rookpluimen groter en groter worden zie ik dat het appartement dicht is.
Conclusie: er rookt iets onbeheerd op een balkon. En waar rook is… is VUUR! Grote oranje vlammen beginnen zichtbaar te worden op het balkon.

Mijn alertheid word overspoeld door paniek, ik grijp Ginny-de-poes, smijt haar bijna over het balkon in plaats van naar binnen. Trek de balkondeur dicht, en ren met mobiel en huissleutels naar mijn buurman. Na 3 keer bellen (zoiets moet je grondig aanpakken), blijkt hij niet thuis. En gelukkig maar, realiseer ik mij als ik mijn appartement weer in ren om naar de vlammen te gaan kijken.
Ik was slechts gekleed in een gestreepte pyjama broek, witte huistop (die achteraf doorschijnend bleek), natte haren en zwarte pumps… There’s something about Sarah.

Nog steeds in paniek vanwege de steeds groter wordende vlammen ren ik de trappen af op zoek naar een buurman/vrouw die ook even naar de vlammen wil kijken, voordat ik de brandweer op een enthousiast brandende wierookstaaf afstuur…
Halverwege mijn, noemenswaardige snelle, afdaling ontmoet ik mijn nieuwe onderbuurmeisje met potten verf in de hand. “Brand…Vlammen…jij kijken op mijn balkon!” Stoot ik uit. (Inmiddels heb ik een spijkerbroek aangetrokken b.t.w.)

Met de handen boven de ogen turen we naar het balkon. Pas als zij “Oooh vlammen!” roept, met een schattig brits accent, word de ernst van de situatie pas echt duidelijk. In gedachten zie ik een foto van mijn jeugd verschroeien in de vlammen, mijn boeken vlam vatten als hooi en mijn kat in een hoekje angstig miauwen terwijl het vuur de muren zwart blakert.

Als gekken stuiteren we de 6 trappen af, mobiele telefoons op “1-1-2” en bellen we aan bij het desbetreffende appartement. Nog voordat de intercom klinkt tetteren wij door elkaar “brand, fire, on your balcon-ieie! We zien vlammen!”. Totale stilte (het leken úren net als op tv!) word onderbroken door een mannenstem die vraagt: “Ja en wat kunnen wij voor jullie op onze nieuwe barbecue leggen?”.

En zo ontmoette ik dus mijn nieuwe buurmeisje waar ik een absoluut verpletterende (en wit doorschijnend, want ja die had ik nog wel aan) indruk op achter liet. “Smoking” zouden ze in het Engels zeggen…

Zielig

Zielig

Met samengeknepen ogen van concentratie kijk ik naar de pen die voor mij op de tafel ligt. Met mijn opgestoken rechterhand tracht ik de pen met mijn gedachten zover te krijgen dat hij uit zichzelf naar mij toe rolt. Maar er gebeurt niks. Shit.

Ik ben van de fiets gevallen op mijn hoofd en terwijl ik met een ijszak op mijn brein op de bank zit, schiet mij ineens de meest briljante gedachte ooit binnen. Wat als ik nu een superheld ben? Ik bedoel afgezien van Superman, worden de meeste superhelden niet zo geboren. Ze worden super, door een superongeluk. En dat van mij was op zijn minst mini-super te noemen.

Hoe vet zou het zijn als ik superpowers had! Maar ja, hoe kom je daar achter?
Tijd om dit te onderzoeken! Een ding was al duidelijk: Telepathie zat er dus niet in.

En dat ik niet magnetisch was geworden was ik ook al snel achter. Misschien kon ik dan het weer bepalen? Vlug, het balkon op! Maar na 5 minuten tevergeefs “schijn zon! SCHIJN!” te hebben geroepen voorzien van, in mijn (rollende) ogen, zeer magische bewegingen met mijn armen, gebeurde er niks. Dat was het dus ook niet.

Misschien kon ik van gedaante veranderen of werd ik een groen boos monster als ik kwaad werd?
Na stampvoetend voor mijn vriend te hebben gestaan, (je bent toch altijd een groen, boos monster als je kwaad bent?), gaf ik het bijna op.

In een laatste poging kies ik twee getallen uit en probeer deze razendsnel op te tellen, misschien was ik dan van mijn dyscalculie af? Ben ik nu ineens hyperintelligent?
Maar na met veel moeite 91 plus 23 te hebben opgeteld en uit frustratie een rekenmachine te hebben gepakt (nog geprobeerd om hem met mijn brein aan te zetten, maar nee). Geef ik het op. No superpowers for me.

Heb ik dan niks bijzonders overgehouden aan mijn val? Was al die angst en pijn dan voor niets?! Was het dan gewoon pure dommigheid? Terwijl ik mijzelf teleurgesteld en dramatisch op bed werp komt mijn vriend de kamer op met thee, chocola en een dekentje.

Aha! Ik heb dus toch iets overgehouden aan deze val: ik ben zielig.

Poets met mate

Poets met mate

Verschrikt kijkt mijn vriend mij aan. “Wat ga je doen?!”. Het is zaterdagochtend, half elf, een tijdstip waarop ik normaliter nog in mijn bed lig maar vandaag sleep ik met een emmer sop en spons door het huis. Terwijl ik alles begin op te tillen wat om hem heen staat bekruipt hem een gevoel van paniek: dit heeft zij nog niet eerder gedaan.
Bezorgt vraagt hij of het wel goed gaat. Trust me, never been better.

Sinds kort heb ik het heft in eigen handen genomen en zijn er een aantal drastische veranderingen geweest. Mijn sloffen staan ineens doelloos naast het bed, ik bewandel mijn pad tegenwoordig op blote voeten. En dat is niet het enige, na 3 dagen tilde mijn vriend nog eens de dekens op, opzoek naar de schijnbaar afwezige pyjama “maar…maar…is dit je nieuwe ik?”. Na wat instemmend geknor van mijn kant, hoorde ik hem heel diep zuchten en zich tevreden tegen mij aan vleien tussen de kraakheldere lakens. En dan komen we uit bij puntje 3. Kraakhelder is mijn nieuwe motto.

Alles. Moet. Schoon. Het was een tip van een collega die mij tot poetswaanzin dreef, toen ik het even niet meer zag zitten. Niet lekker in je vel? Doe aardse dingen! Poets die pot, dweil die vloer, verschoon dat bed, lap je ramen en stof tot de Ajax Eucalyptus Alles Reiniger uit je poriën komt.

Wie had ooit gedacht dat het zover zou komen? Ik in elk geval niet en ik denk dat mijn vriend inmiddels de hoop ook al had opgegeven. Ik was mevrouw-poets-niet, een beetje té geëmancipeerd… Met als gevolg dat mijn zelfrespect stukje bij beetje afbrokkelde, want wie wel bedenkt dat er gepoetst moet worden maar steeds faalt in de uitvoering ervan, bouwt een enorm schuldgevoel op als de ander weer de planten staat af te stoffen… Het werd tijd om het ruime sop te kiezen!

Nadat ik mijn wekelijkse zondagse dweilbeurt had gedaan en in kleermakerszit vanaf de bank de glimmende natte houten vloer bewonderde, in afwachting dat hij droog werd. Ging ik poetsend met mijn hoofd (nee, niet poetsend mét mijn hoofd) zo’n beetje in de toiletpot hangend, tevreden liedjes neuriën.
Na luttele minuten te hebben gepoetst en geneuried, viel ik stil.
Ik neuriede wat verder en kwam toen met een ruk omhoog. What the F? Sinds wanneer is “er is een kindekke geboren geboren in ’t stro” toegevoegd aan mijn poets-neurie-repertoire?

Dus hierbij een passende waarschuwing voor alle zichzelf niet respecterende vrouwen die poetsen overwegen als een remedie: Gebruik poetsen met mate. Voor de bijwerkingen: raadpleeg bijsluiter.

State the nature of your medical emergency?

State the nature of your medical emergency?

Trillend sta ik naast de auto, ik heb zojuist in volle vaart mijn fiets 180 graden gedraaid omdat ik er toevallig een blik in had geworpen.

Achter het stuur van de auto zat een blonde jongen van mijn leeftijd, zijn hoofd rustte op zijn borst en zijn ogen waren dicht. Hoe kan het, dat op een drukke weg als deze, vlakbij een hogeschool, nog niemand deze bewusteloze jongen heeft opgemerkt?

Mijn gedachten razen door mijn hoofd, buitenlands nummerplaat, bewusteloos…de motor van de auto draait nog. Rookt de auto? Zijn er beschadigingen zichtbaar? Is er een gevaar voor mij? De jongen zag er van buitenaf niet gewond uit.

112! Vlug ren ik terug naar mijn rugtas die naast mijn fiets ligt, waarvan de wielen nog spinnen. Ik ruk mijn telefoon er uit, druk 112 maar ineens zie ik flashbacks van Rescue 911 “State the nature of your medical emergency? Is the person still breathing? Can he talk?“. Shit! Ik moet weten hoe die jongen er aan toe is! Paniekerig ren ik naar de auto, weet ik nog hoe ik een slachtoffer stabiliseer?
Op het moment dat ik mijn hand op de deurhendel leg kijkt de jongen mij plotsklaps geërgerd aan en gaat doodleuk weer verder met sms’en.
Verstijfd staar ik naar de jongen, en vervolgens naar drie 16-jarigen die mij lichtelijk geamuseerd aan het bekijken zijn.

Ik heb 3 opties, of ik leg die jongen in de auto uit dat ik bijna een ambulance had gebeld – “haha grappig hé? Uhmuhm…”- .
Of ik zórg er persoonlijk voor dat meneer-ik-ga-in-heel-relaxte-houding-smsen-met-mijn-nog-draaiende-auto-langs-de-kant-van-de-weg –zodat-sarah-denkt-dat-ik-bewusteloos-ben een ambulance nódig heeft (en die optie is héél verleidelijk).
Óf ik stap weer op de fiets en doe alsof het de normaalste zaak van de wereld is dat ik met gevaar voor eigen leven mezelf en fiets in de berm werp, rond een auto ga rennen met mijn handen (en mobiel) in het haar om een persoon te redden van…zijn eigen mobiel?

Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet

Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet

“Poeeesieie, poes, poesiepoes, poesiepoespoespoes, poesiepoes, poesiepoes, poesie poespoespoes, poesiepoespoespoes, poesiepoés poes poés poes…poespoespoes” zing ik in de keuken (eigen werk op bestaande melodie van Andre Rieu), mijn vriend staat mij van een meter afstand verbijsterd aan te kijken.
Voor wie zing ik?! Voor de poes natuurlijk! Ah, algauw blijkt dat ik een fles Cola een serenade aan het brengen was en niet de poes.

Ik zie slecht en niet zo’n beetje ook! Zonder lenzen ben ik een gevaar voor mezelf en de samenleving. Lange tijd ben ik in ontkenning geweest. Ja, ik zag slecht, maar zag er slechter uit met bril.

Zo’n 7 jaar heb ik rondgedwaald in een schemerwereld, gevuld met wazige verkeersborden (kunnen die dingen niet groter?!), vreemde aantekeningen (“wat staat er?!”) en hoofdpijn… Op straat zwaaide ik naar iedereen (hé tante Truus!), en rond Sinterklaastijd zag ik alle kleurrijk geklede mensen aan voor zwarte piet, één keer ben ik zelfs Marco Borsato tegengekomen in een tuincentrum. Tot grootte schaamte van mijn moeder bestormde ik, knijpend met mijn oogjes, de onbekende man, die mij verschrikt aankeek. Nou wil ik niet afgaan, en hou ik tot de dag van vandaag vol dat het “echwel” Borsato was, waarbij mijn moeder nog steeds zachtjes haar hoofd schud…

Hoe vaak heb ik wel niet een jongen aangestaard in een discotheek (die lijkt écht op Brad Pitt) om vervolgens, van dichterbij dan mij lief was te constateren dat hij écht niet op hem leek! Mijn moeder vreesde dat ik op een goede dag met een echt monster thuis zou komen dus werd het tijd voor rigoureuze maatregelen: of ik moest voor de rest van mijn leven thuis blijven of ik nam lenzen.

De opticien keek me verbijsterd aan “hoé lang loop je al zonder bril?”, nadat de man een dwangbevel had geregeld zodat ik nooit meer zónder de deur uit zou gaan, gingen de lenzen in. Ineens bleek de leraar Tekenen een wonderschoon wezen te zijn, de leraar Scheikunde écht niet en mijn lievelingsserie was dus toch ondertiteld…

Inmiddels draag ik ze al 9 jaar mijn vriendjes. Dankzij hen is de wereld een stuk mooier en ik ben een stuk veiliger voor de wereld. We zijn onafscheidelijk tot diep in de nacht als het moet.
Maar ‘s ochtends als ik -“au naturel”- voor de Cola fles zing, of mijn handtas aai in plaats van poesiepoes, dan moet ik lachen. Het leven is één grote verrassing zonder lenzen!

Avondje uit (of hoe ik mijn beha verloor)

Avondje uit (of hoe ik mijn beha verloor)

Ik zag hem in gedachten al liggen, eenzaam en smoezelig onder een stoel. Ik zag de bediening van de Three Sisters op het Rembrandsplein hem al tussen de bierviltjes vandaan plukken. What happened? Hoe was dit op hun terras was beland? Ze vinden vast wel vreemdere dingen bij de sluitingstijd, maar dit?

Toen ik de volgende avond mijn handtas c.q. weekendtas uitpakte kwam ik tot de schokkende ontdekking: mijn beha zat er niet meer in. Mijn favoriete, allerlekkerst zittende, niet charmante beha was zoek.
Het zal toch niet?
In gedachten zie ik nog hoe collega G. mijn tas plunderde, uit pure mannelijke nieuwsgierigheid, op het terras van de Three Sisters. Ik probeerde hem nog te stoppen, uit angst dat hij mijn beha zou treffen.

Zou hij er toen uit zijn uitgevallen? Of zou het gebeurt zijn toen ik in Café Nasty mijn jas uit mijn tas pakte? Ook dit roept beelden op van de bediening die in het ochtendgloren mijn beha verbaast tegen het licht houd. What the ….??

Het sms bericht aan collega G. verzend ik toch maar niet “Hoi, jij hebt mijn beha zoekgemaakt. Betaal jij een nieuwe?” Dat komt vast uit. Ik hoor de grapjes op kantoor al.
Zal ik dan toch even die kroegen bellen?: hallo, heeft u mijn beha gevonden? Hij is zwart, 75B, en het etiketje is niet wit meer maar grijs… Maar dan moet ik hem ook ophalen en de gedachte alleen al bezorgt me een rode kop.

Voorzichtig probeer ik mijn vriend; uhm, heb jij mijn zwarte beha gezien? Hij zat in mijn handtas maar nu ineens niet meer… Zijn wenkbrauwen trekken op. Zo’n wild avondje was het toch niet?
Dan maar mijn moeder sms’en: “mam, ben beha kwijt. Ligt ie nog bij jullie?”.

Een onbehaaglijk gevoel bekruipt me en tegelijkertijd vind ik het hilarisch. Ik, braaf meisje, ben beha kwijt geraakt op avondje uit met collega’s. Zoiets kan ook alleen mij overkomen.
Lachend trek ik mijn make-up la open, graai op de gok mijn lenzenvloeistof eruit en… mijn beha.
Volgens mij was ik al die tijd iets anders kwijt: mijn geheugen.

Boodschappen doen voor beginners – samenvatting van de cursus

Boodschappen doen voor beginners – samenvatting van de cursus

Het begint vaak al bij het pakken van een mandje, op de een of andere manier blijft jouw mandje altijd plakken aan de onderste mandjes, waardoor je na 2 stappen te hebben gezet ineens met 2 mandjes zit. Een op de grond en een in je hand. Ook blijkt, na grondige bestudering van het mandje, dat de vorige eigenaar witlof heeft gekocht en er iemand boodschappen heeft gedaan voor 48,59 euro. Zie het bonnetje, dat is blijven liggen.

Op naar de groenteafdeling, hier gaat het nooit geheel vlekkeloos. Dit is de danger-zone van de winkel vanwege een prakje ondefinieerbare groente dat altijd op de grond ligt en waar uitgerekend jíj in uit glijd.
Ok, ik heb de groenteafdeling overleefd, leg de groente in het mandje en ga door.
Vloeren van supermarkten zijn altijd glad, zeker op je ietwat afgesleten hakjes, dus je moet heel beheerst door de winkel lopen wil je niet met je kop in een stelling chocoladeletters belanden. Na 3x glibberen beland je bij de melk je wilt, nee, moét die met de uiterste houdbaarheidsdatum hebben. En deze staat áltijd achteraan.
Dus je moet eerst die 10 pakken die ervoor staan eruit trekken (omaatje naast je “u mag niet alle melk meenemen hoor!”) om eindelijk het gewenste pak te bemachtigen. Dan de zure room, staat altijd te hoog. Dat wordt klimmen: Zet je mandje op de grond, tracht je handtas niet te laten vallen in die plas melk die er ligt, gooi je haar uit je gezicht en ga op dat rare gammele stangetje staan. Rek uit! Pak zure room, flikker bijna achterover, grijp je vast aan 2 pakken vla en val c.q. stap van het stangetje af. Van schaamte durf je die 2 pakken niet terug te zetten. Die gaan dus ook mee.

Mijn mandje is inmiddels bijna vol, eigenlijk al te vol. Denk: Waarom heb ik een mandje gepakt?
Mandje is te zwaar, ik kan óf gaan sjouwen met het mandje (houden die plastic hengels dat wel?) of ik laat hem staan. Ga voor optie 2, laat het mandje staan. Ervaar de vrijheid: “Aaaah vrijheid!” Nu kan dat blikje mais ook nog wel mee, die kilo kattenbrokken ook, en dan nog even wat wasmiddel. Mmmm het past niet meer in het mandje.

Hè? ik had geen pompoen gekocht! En wat doet die 4-jarige met mijn handscanner bij dat rek hagelslag! Eindelijk mijn handscanner weer bemachtigt, de pompoen weer teruggegeven aan de wazige oma die naast mij stond (“uw mandje lijkt exact op dat van mij”). Op naar de kassa!

Eerst in de rij, eenmaal aan de beurt blijkt dat ik niet in de rij hoef, ik heb namelijk een handscanner gebruikt…Stond toch duidelijk aangegeven…aha heel duidelijk ja.
Ik ga naar de betaal-paal (wie bedenkt die woorden?) daar krijg ik instructies van een elektronische stem, “scan uw bonuskaart” ik scan bonuskaart, “…maar zet eerst de handscanner terug”. Handig, ik zet de scanner terug “scan uw bonuskaart” zegt de mechanische stem. “Haal uw pas door” “vergeet niet uw bon” “volg de instructies op de pinautomaat”. Ik voel me net James Bond die moet ontdekken hoe de bom ontmanteld moet in 5 seconden.

Eindelijk klaar, ik pak mijn boodschappentas in, bedenk me tot mijn schrik dat ik die natuurlijk ook had moeten scannen… Staar minuten lang naar de tas, ga ik terug en scan ik hem alsnog? Of neem ik hem zo mee? Zijn er alarmsystemen op plastictassen? Zullen ze de politie bellen voor een plastic tas? Als het alarm gaat zeg ik gewoon dat ik het vergeten was.

Ik ga door met pakken, ontdek dat er ook nog groente in het mandje lag (ja, onder de anderhalve liter melk en 2 pakken jus). Klaar met pakken. Nou ja, op het wc papier na, waaaaarom past het pak wc-papier noooit in je plastic tas? En dus moet je met je wc-papier in een doorzichtig plastic tasje over straat. Het lijkt de camping wel…
Ik verzamel al mijn moed en loop, met mijn gestolen boodschappen tas, de winkel uit. Er gebeurt niets. Eindelijk iets wat goed gaat!
Dan, op de fiets! Zet boodschappentas achterop onder de snelbinders, hang wc-papier aan stuur. Charming. Ik stap op de fiets en fiets naar huis, voorzichtig elke bobbel en hobbel vermijdend.
Dan: mijn zware achterdeur open krijgen met in de ene hand zware fiets en in de andere de sleutel.
Ik heb hier inmiddels een techniek voor. Ik draai de sleutel in het slot, duw de deur een beetje open, gooi mijn hele gewicht tegen de deur om hem verder open te krijgen. Grijp met 2 handen het stuur vast en trek hem naar binnen. Het stuur trekt een beetje scheef, de trapper hangt vast achter de deurpost, de fiets begint langzaam te kantelen. Ik vloek, ik trek, maar de fiets staat binnen.
Nu naar het rommelhok, heet zo vanwege de rommel en onze fietsen. Ik prop de fiets erin, en pak de zware boodschappen tas. Nu 4 hoog trappenlopen, op hakjes met zware tas. Na 2 trappen kom ik tot een nieuwe conclusie, mijn boodschappentas is veel te zwaar en mijn jas veel te warm. Jas moet uit, nu! Maar daar heb ik geen handen meer voor over. En waarom prikt er altijd een kartonnen pak in je been?
Een hysterische aanval nabij, val ik uitgeput mijn huis in, struikel op weg naar de koelkast 3x over de kat en zak in dramatisch in elkaar in de keuken. Na mijn eigen Paris Hilton moment te hebben overleefd (“ik ben zooo zieluhug!”), stouw ik het aanrecht vol met de boodschappen, en kom tot de conclusie dat niet alleen mijn mandje te klein was maar ook mijn koelkast. Boodschappen doen is een lijdensweg… Pompoensoep iemand?

Biker Bunny

Biker Bunny

“Een konijn op een motor!” kir ik! Ik heb een gave, een gave om mijzelf in mijn enthousiasme in de meest genante situaties te werken. Ik doe het niet express, mijn timing is gewoon totaal verkeerd. Mijn intelligentie kruipt in een donker hoekje en wacht tot het voorbij is.

Op sommige dagen gaat het goed en op andere maak ik mezelf onsterfelijk belachelijk door het vertellen van een konijnenmop…
Nou is er niets mis met een leuke konijnenmop, alleen wel als ik het tijdens een videoconference doe, en ik genoodzaakt ben de flapperende oren van een konijn op een motor na te doen. “Amai! Is dat Nederlandse humor?” klinkt het rechts van mij. En dan besef ik, de camera van de videoconference waar ik me in bevind staat al aan. De Belgische collega’s op het scherm kunnen mij al zien en nog erger… ze vinden de mop niet leuk…Tot grote lol van mijn collega’s natuurlijk (die hem b.t.w. wél leuk vonden).
En om het nóg erger te maken kregen we uitgerekend díe mensen de volgende ochtend over de vloer en werd ik doodleuk voorgesteld als “Dharma het motorkonijn”.

Bijna altijd denk ik “Ooh, hoe ben ik nu weer in deze situatie terecht gekomen? Waarom ik? Waarom nu?” Ik ben al in ontelbare situaties beland waarin ik door de grond wilde zakken.
Timing is meestal de boosdoener. Zoals toen een collega en ik gingen kijken wat ons lengteverschil nu precies was. Waarom we dat ook al weer op de werkvloer wilden doen is mij tot dusver een mysterie. Dus gingen we midden op de afdeling naast elkaar staan. Niets aan de hand zou je denken. Tot een andere collega mij erop wees dat we hakken aanhadden en er toch minstens 1 schoen per persoon uitmoest.
Daar stond ik dan, op 1 schoen en 1 sok in mijn spijkerrok (charming), met ineens out of the blue, een stuk of 20 MTRO’s erbij als extra toeschouwers en een collega van een andere afdeling die als rondleidster fungeerde; “en dit is dan de afdeling E-commerce, een hele serieuze afde…” Uh heel serieus ja… Neej joh ik doe altijd mijn werk op 1 schoen en 1 sok. Very normal…

Ook in mijn doldwaze enthousiasme gaat het vaak mis, er verschijnt een waas voor mijn ogen. Een waas waarin mijn intelligentie gewoon verdwijnt achter… tja achter die waas. Niet denken aan de consequenties gewoon doen.
In plaats dat ik dit soort gedachtes nou eens heb met het verplaatsen van al mijn meubels, of het aannemen van die nieuwe baan of gewoon zomaar 2 vliegtickets koop ergens naar toe. Beslis ik dat ik met mijn mannelijke collega door een troep meeuwen ga rennen. Zomaar uit het niets. Bij terugkomst van onze sprint (hijg hijg) keken de rest van mijn collega’s ons verbijstert aan. Vervolgens hoor ik maandagochtend in de kantine tussen de broodjes, dat dat ene meisje van E-commerce een relatie schijnt te hebben met die vent van de service afdeling… De consequenties van de waas…Maar de allerergste factor is wel domme pech. Het wc-papierincident doet mij nog steeds van schaamte wegkruipen onder de dekens.
Gezamenlijk met collega S. was ik naar de wc gegaan, zoals wij vrouwen altijd doen. Het lijkt wel alsof we overal en altijd bang zijn dat ons iets overkomt tijdens het naar de wc gaan, een overval of kidnapping. En dan kun je maar beter met z’n tweeën zijn. Maar dat even ter zijde. We hadden haast want we wilden daarna door naar de kantine, honger! Dus ik zit, plas, veeg af, trek broek op en sta weer buiten. Collega S verschijnt, zij wast haar handen, en brult uit het niets “wat heb jij nou aan je broek hangen??”. Tot mijn allergrootste schande en schaamte, hangt daar een enorme sliert wc papier. Net díe sliert die ik gebruikt had om mij af te vegen.
In mijn schaamte stamelde ik wat over haast en stomme broek, ruk dat papier weg, lach heel hard en overdreven (dat rode in mijn gezicht is van het lachen hoor) en verbied mijn lieftallige collega dit ooit aan iemand te vertellen…

Het is mij duidelijk: Het onsterfelijk belachelijk maken van mezelf heb ik inmiddels verheven tot een sport… Wc-rol onder de arm en op 1 sok. Zo ga ik tegenwoordig door het leven. En weet je wat? Het kan me echt niets meer schelen, lach maar om mij als je daar vrolijk van word! Op naar de finish-line, ik hoop op veel toeschouwers…