Where is the fire?

Where is the fire?

Brandweermannen, dat is echt helemaal mijn ding. Ten minste dat dacht ik.
Ik dacht dat als ik ooit een vrijgezellenfeestje zou krijgen met een stripper, alleen maar een brandweerman mij zou kunnen bekoren. Zo eentje in een afgeragde spijkerbroek, besmeurd met roetvegen en een rode helm op. Met een zwarte werkbroek met bretels op zijn topless borstkast. Zo eentje die binnenkomt en op zwoele toon vraagt “where’s the fire, baby?” of in mijn geval “ ou est le feu ma cherié?” want in het Frans mag je alles tegen me zeggen, ook al vraag je mij om een kopje suiker. Ik smelt.

Mijn vuurtje is gaan branden toen ik een jaar of 16 was en naar het zonnige Zuid-Frankrijk op vakantie ging.
In Zuid-Frankrijk zijn heel vaak bosbranden en dus ook kazernes. En daarin huizen goddelijke 19 jarige brandweermannetjes. Les sappeurspompiers heten ze daar. Onverijdelde chippendales. Er moet een vrouw de baas zijn geweest ten tijde van de sollicitatie rondes want alleen een vrouw zou Brad Pitt, Johnny Depp en Jude Law brandjes laten blussen.
Maar ik dwaal af (vind je het gek?), met enige regelmaat brak er een fluitconcert los als ik langs paradeerde, of moet ik zeggen alwéér langs paradeerde? Mijn hartje ging daar sneller van kloppen en nu nog.

De brandweerman deed het ook altijd erg goed als orfasme! Oftewel orgasme-fantasietje. Als ik lag te sexen zag ik het helemaal voor me: terwijl ik in mijn Hunkemöller kerstlingerie een omgevallen waxinelichtje uitblaas, beukt de “pompier” de deur in. Door de rook van het waxinelichtje zie ik in eerste instantie niet welke god mij komt redden. Tot hij me in zijn (met roet en zweet besmeurde) armen wegdraagt richting de centrifugerende wasmachine. De sprinkler installatie springt aan, mijn kerstlingerie wordt doorzichtig…Show me your hose, fireboy! (Vriendje van onder de dekens: huh?? zei je wat?”)

Maar sinds ik vanmorgen in de trein zat met een piloot, moet mijn brandweerman vechten om mij te mogen bekoren. Want oh man wat zag die piloot er goed uit!
Nu weet ik dat het onbeleefd is om onbekenden ongegeneerd aan te staren, maar die piloot ging bijna uitstappen. We waren bijna bij Schiphol. Dus ik staarde. Ik staarde tot er slijtage plekken op zijn pak verschenen, of op mijn ogen? Bijna Schiphol. Staar. We zaten al in de tunnel… Staar. Het licht van het perron was al zichtbaar, ik staarde uit alle macht. De trein stopte, de deuren gingen open, en weer dicht…en de piloot stond nog steeds in de trein. Wat was dit? Een wanna-be piloot? Een piloot met faalangst? Een piloot die liever van treinreizen houd? Een veredelde NS conducteur in een piloten pak?! Acuut ben ik gestopt met staren. Brandweermannen, zijn echt helemaal mijn ding.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *