Category Archives: Ikgameenaaramsterdam.nl

Kijken, Kijken, niet Kopen (Column voor Vodafone 11 juli 2008)

Kijken, Kijken, niet Kopen (Column voor Vodafone 11 juli 2008)

Drammen, zeuren, uitermate vriendelijke zijn of arrogant terugdoen…het haalt allemaal niets uit bij de Amsterdamse makelaars. Je populariteit zakt onder het vriespunt en je kunt fluiten naar dat huis!

Het grote zoeken naar een koopwoning in Amsterdam is begonnen. En dat ís me toch een organisatie met die A’damse makelaars! Het zal menig medezoeker inmiddels wel duidelijk zijn: de Amsterdamse makelaar denkt voornamelijk aan zichzelf.

Als jij een woensdag vrij neemt om huizen te bezichtigen blijkt dat jouw droomhuis alleen op vrijdag te bezichtigen is en dat leuke huisje ernaast, alleen op dinsdag. En zekerrr níet op woensdag. Frustratie alom, met alle gevolgen van dien: vliegende perforators, stoom uit mijn oren en scheldkanonnades: it was not a pretty sight.

Eenmaal in je droomhuis blijkt dat het
a) een wrak is,
b) veel kleiner dan beloofd,
c) de wasbak zich ín de douchecabine bevind,
d) het al onder bod is.
Want afbellen daar doet de Amsterdamse makelaar ze-ker niet aan. Dat zou te klantvriendelijk zijn! Mensen moeten toch immers weten dat hun huizen als warme broodjes verkopen? Kijken, kijken, niet kopen.

Na 12 huizen (te klein, niet praktisch, slecht afgewerkt, of ronduit lelijk) hadden we ons droomhuisje gevonden. “Eucalypta” onze makelaar, werkte ook al niet mee, ze liet andere, naar ik vermoed niet bestaande partijen, meebieden. En zo werd er uiteindelijk vraagprijs geboden. Door ons, ja!

Maar nadat de roze wolk een beetje was opgetrokken, kwam er een hele donkere wolk voor in de plaats. Onze bank vond dat kopen toch niet zo’n goed plan. Zelfs wild zwaaien met het mobiliteitsplan van Vodafone mocht niet baten. Bij ons sloeg de paniek aan alle kanten toe. Was het toch niet te klein? Te duur? Een hele grote stap? Moesten we niet eerst huren? Een kort belletje met Eucalypta was genoeg om de zaak af te blazen.

Dus hebben een nieuwe queeste: een huurwoning… Life is a rocky road. Geef mij een perforator!!

Pluk de Dag. Bekijk een toerist! (Column voor Vodafone 27 mei 2008)

Pluk de Dag. Bekijk een toerist! (Column voor Vodafone 27 mei 2008)

Dat Amsterdam een internationale stad is,
merk je al gauw in de tram.
Als je een jolige conducteur treft maak je de rit van je leven, “This is the leidschesquare, het leidscheplein, la place de leidsche, Paradiso, Milkyway, Bulldog (for the trip of a lifetime!) and Boom “Boom” Chicago”. Maar soms heb je ook een conducteur from hell, en blijven commando’s (humor?) als “loop es naar fore mensjuh dan ken de res er ook bei” en “dit gelt ook foor de doofe mensjuh” onvertaald. De snoetjes van toeristen trekken wit weg als blijkt dat de kwade conducteur het ook tegen hen had (dit wél in onvervalst engels) “You! Japanese in red! Move to the front!”.

Maar voor de Amsterdammer, maken toeristen in een tram je dag weer goed. Ze zijn hi-la-risch! Want als je een aantal jaar met die bakbeesten vervoert bent weet je waar je op moet letten als je de conducteur te vriend wil houden: Ga door de GOEDE ingang naar binnen, hou je vast ook als je zit, niet op de draaischijf gaan staan en ga snel(!) door de GOEDE uitgang naar buiten. Maar mocht je toch na deze goede adviezen de woede van de conducteur hebben gewekt, ga dan snel zitten en geniet van schouwspel.

Het spektakel begint als ze binnen komen door de verkeerde deur, het luide commentaar van de conducteur tettert door de speakers, de tram trekt op, de toerist wankelt even en tuimelt achterover de hele tram door. Meestal herstellen ze nét op tijd, om vervolgens op de draaischijf te gaan staan (waah dit draait!) of ze tuimelen in de eerstvolgende bocht van de stoel (het gebeurt echt!). Ze stappen langzaam uit, pakken de verkeerde deur, krijgen weer de boze conducteur (“that is not an exit!”) en een stroom passagiers over zich heen. En terwijl de deuren zich sluiten en de toerist zijn rugtas verwoed tussen de deuren uit probeert te trekken, vormt zich een glimlach om mijn lippen: Aaah Amsterdam! Gelukkig woon ik er toch ook over een maandje of vier en mag ik weer met de tram…

Move! (Column voor Vodafone 17 maart 2008)

Move! (Column voor Vodafone 17 maart 2008)

Ik kreeg de opmerking dat het wel te merken was in mijn artikeltjes dat ik niet blij ben met de move naar Amsterdam. Ja, gek hè? 2 maanden nadat ik hier als Amsterdamse woonde en werkte, kwam de aankondiging.
Mijn leven was net wat rustiger geworden. Na 5,5 jaar op-en-neer reizen tussen Amsterdam en Maastricht, heb ik ervoor gekozen om mijn grote liefde voor altijd in mijn armen te sluiten en daarmee het Bourgondische leven, en Vodafone. So excuse me if i’m not amused!

Dolblij was ik, met mijn baan bij Vodafone. Maar na 2 maanden werd dit alles uit mijn handen getrokken.
Als behang wat net in je nieuwe huis hangt maar eraf komt bladderen, als de nieuwe jurk die eenmaal thuis toch boven budget blijkt, als die lieve poes die je nieuwe Glossy aan flarden krabt.
Eerste reactie? We verhuizen mee! …Of toch niet?…
En zo begon het wikken-en-wegen, de blijdschap, de onenigheden en het verdriet; 3 tissuedozen zijn ervoor nodig geweest om mijn tranen te deppen. Ik was op een middag niet eens meer in staat om te werken.
Ik heb echt gerouwd. Het weekend voor de einddatum hebben we de knoop doorgehakt: wij blijven hier.

En oh wat gaan we het leuk hebben! Veel leuker dan jullie*! Het weer is hier mooier, de mensen vriendelijker, de huizen goedkoper, en hier hebben ze verse vlaai. Jullie zitten straks aan de Multi-vlaai.
Hiervandaan zit je binnen een uur in grote steden zoals Brussel en Aken.
Vanuit Amsterdam ben je zo in wereldsteden als Abcoude, Hoorn, Purmer-end, Datsylel of het spetterende Almere.
Wij gaan lekker picknicken in de heuvels. Jullie op Zandvoort, waar je na 3 uur file en 20 euri in de parkeervreter, de zweetlucht van je buurman ruikt en zijn zonnebrand in je broodje proeft.

Mocht je ooit het Bourgondische leven gaan missen, in zeg 3 weken na je verhuizing, ik heb nog wel een logeerkamer waar je op mag. En zo niet, mag ik dan bij jou logeren als ik mijn thuis mis?

* Jullie = verwijzing naar degenen die gaan verhuizen naar A’dam e.o.

It’s a jungle (Column voor Vodafone 28 januari 2008)

It’s a jungle (Column voor Vodafone 28 januari 2008)

In Amsterdam is winkelen Topsport! Ga eens op zaterdagmiddag naar de Kalverstraat, dat is spectaculair!
Je loopt hutjemutje van de ene winkel naar de andere. Als je naar een, aan de overkant gelegen, winkel wilt zul je over een hele goede timing moeten beschikken om door de meute heen te komen. De winkels beschikken nog net niet over speciaal personeel die shoppers in nood bij hun tassie pakken en naar binnen trekken. En eenmaal binnen gaat het gevecht gewoon door.

Vertrouw op mij: It’s a jungle out there… Waar in Maastricht allemaal overzichtelijke rekken zijn in de uitverkoop moet je in Amsterdam werkelijk vechten voor een kledingstuk. Heb je eindelijk iets in handen dan moet je het vooral niet loslaten of enige desinteresse tonen want dan ben je het gewoon kwijt. Je ziet een flits, voelt een korte ruk en na een waas van parfum en blond haar kom jij tot de conclusie dat je mooie jurkje, laatste in jouw maat, verdwenen is.

Maar het allerergste zijn wel de Dol Dwaze Dagen in de Bijenkorf. Het winkelende publiek is ge-na-de-loos. Luxe producten voor weinig haalt het slechtste in mensen naar boven. 3 dagen lang zie je stofwolken uit de winkel komen. 4 op de schaal van Richter. En elk jaar weer verdwijnen er meer decorstukken en personeel. Vooral het stickers plakken eist elk jaar zijn tol onder het personeel. Volgens mij heeft 1 op 3 Amsterdammers een visagist van de Bijenkorf in huis.

In Maastricht kun je heerlijk rustig winkelen. Maar toch mis ik die gekte wel, die “hebbuh” mentaliteit, dat koopjes jagen. Dus als het uitverkoop is komt de Amsterdamse in mij naar boven. Ik trek de H&M ondersteboven, jaag de verkoopsters op de kast en ruk jurkjes uit de handen van nietsvermoedende vrouwluuj. Om vervolgens vol trots huiswaarts te keren met veel luxe producten. Voor weinig…

Fout, fouter, foutst (Column voor Vodafone 17 januari 2008)

Fout, fouter, foutst (Column voor Vodafone 17 januari 2008)

Als je als niet-Amsterdammer wilt integreren in Amsterdam zul je de kroeg in moeten. Gelukkig maar want Limburgers doen niets liever.

Je kunt niet zomaar naar elke kroeg om de ras-Amsterdammer in actie te zien, je moet naar een échte foute kroeg.

La Bastille. Het is er “gesjellig” je drinkt er een faasje en alle meissies zijn temeijers. Alle mannen wonen op de sportschool en eten biefstuk als ontbijt. Binnenkomen vergt heel wat energie gezien de kroeg niet groter is dan een gemiddeld toilet. Bij binnenkomst plet je onvermijdelijk wat volluk en eenmaal binnen word je zelluf geplet.

Als je eindelijk een drankje hebt, dan kijk je je doppen uit. Want alle intelligentie zit in die spierballen en borsten. Communiceren gaat niet, lichamelijk contact maken wel. Billen, borsten, (bier)buiken en armen. Alles leggen ze in je nek. Op het moment dat je voelt dat het nu écht té gezellig word met je achterbuur, is het tijd om te vertrekken. Op naar de sjeedijk!

Casablanca wordt in de volksmond uitgesproken als Caaaasjaaablankaaaa! Waarom wordt je al ver voor het café duidelijk.

De kroeg spuwt met bosjes lallende Amsterdammertjes uit. Laveloos liggen ze in de goot, Hazes is niet dood, Hazes leeft en Hazes wil hier naar binnen!

Het café ligt in de rosse buurt, oftewel de red light district, de wallen, de hoererij. Maar het is er sjó gesjellig! Als je binnenkomt grijpt ene Biancaaah je bij je lurven en sta je op het podium, mét microfoon en Sjiske de Rat op het menu. De dj krijgt je wel aan het sjingen met kreten als: “Sjingen kreng!” “Oh lala!” En “Affoeren maar!”.

Als beloning laat het hockeyteam hun memmen zien. Nu weet je waarom Amsterdammers zo schor klinken na een avondje stappen: Caaaasjaaaablaaaankaaaa!

Doen je doppen inmiddels pijn van het kijken? Dan heb ik nog 1 advies voor je: De Febo in de Leidschestraat is tot diep in de nacht open. Een wondermiddel tegen al dat bier, en mayonaise doet wonderen voor een zere keel.

Welterusten!