Straks houdt alles op…De vreselijkste zwangerschapsclichés.

Straks houdt alles op…De vreselijkste zwangerschapsclichés.

Sinds ik zwanger ben val ik van de ene verbazing in de andere. Lichamelijk valt er natuurlijk een hoop om mij over te verbazen, maar het is vooral de omgeving die zijn steentje bijdraagt aan een aantal memorabele jawdroppers.

In elke hoek, onder elke steen bleek wel een cliché te liggen. Mensen liepen ineens over van (goedbedoelde) adviezen en tips, die vooral bedoeld waren om mijn twinkelende ogen van spanning, verwachting en blijdschap te doven, te temmen voor altijd. Want die twinkelingen werden ineens aangezien voor onbesuisdheid.

Hoe opvallend is het, dat de mensen die je dag in dag uit vroegen “of het niet eens tijd werd voor een kindje?” er nu ineens op gebrand zijn om jou een gevoel van verantwoordelijkheid aan te praten. ‘Weet je wel waar je aan begint? Je zet een kindje op de wereld!” Een daad. Een nacht. Een orgasme. Dat was alles wat ervoor nodig was. Ergens heerst er het idee, voornamelijk bij mensen die al ouders zijn, dat je er te licht over denkt, dat het een bevlieging is. Dat het je “wel leuk” leek. Dat het een totaal ondoordacht plan is…

Na mijn beklag te hebben gedaan bij collega’s die in hetzelfde schuitje zaten, bleken wij op een echte, heuse beerput te zijn gestuit.
Onze omgeving voelde en zei klaarblijkelijk hetzelfde: het was hun taak om ons te indoctrineren, ons te dicteren wat ons te wachten stond. Met als enige echte gevolg dat wij er onze persoonlijke missie van hebben gemaakt om deze samenzwering volledig uit de doeken te doen voor alle zwangeren, bijna-zwangeren en aanstaande papa’s en mama’s.

Na maanden van verzamelen, zwoegen, verbijsterd staan en gefrustreerd gillen, presenteer ik met trots, de lijst der lijsten,

de Top Zwangerschaps clichés allertijden:

In de categorie “Hoera, we zijn zwanger!”:
1. Zwanger? Nu al? (Hoezo nu al, we zijn al 8/9/10 jaar samen!)
2. Zwanger? Nu pas?
(Hoezo nu pas? Jij weet helemaal niet wanneer we zijn begonnen met “proberen”. Wij vonden dat het verrekte snel lukte!)
3. Hoe ver ben je? 6 weken? Zou je dat nou wel vertellen…?
4. Er kan nog van alles misgaan hoor, de tante van het nichtje van de buurvrouw van mijn collega….
5. Wat leuk! Gefeliciteerd! Nu kunnen jullie nooit meer ver op vakantie!

In de categorie “Puur Natuur”:
1. En? Ga je thuisbevallen? (Nee) In het ziekenhuis?! Weet je dat héél zeker?!
2. Borstvoeding of flesvoeding? (Fles, aan mij lijf geen polonaise) Ach, ja, je zult nog wel zien, daar ga je toch anders over denken…
3. Pijnbestrijding? Maar das ook niet alles hoor, daar zitten heel veel ernstige bijwerkingen aan! (Noem eens wat?) Nou….jeuk bijvoorbeeld!

In de categorie “Zeg dan niks”:
1. Een zoon! Een stamhouder!

In de categorie “De hardcore clichés”:
1. En, heb je een voorkeur? Nee. Ook niet stiekem? Nee. Je kan het tegen mij wel zeggen hoor, iedereen heeft een voorkeur. Nee, ik niet. Dat probeer ik je al een tijdje duidelijk te maken.
2. Geniet er nog maar even van.
3. Straks wordt alles anders.
4. Het leven krijgt pas echt zin als je kinderen hebt.
5. Het is zwaar, maar je krijgt er zoveel voor terug.
6. Samenwonen, trouwen en nu zwanger. Netjes zoals het hoort!
7. Dat krijgen jullie straks ook allemaal…
8. Weet je al wat het word? (nee) –volgende dag- Weet je al wat het word?
9. Geniet nog van de tijd die je met zijn tweeën hebt.
(Alsof we doodgaan na de geboorte van het kind).
10. Het wordt allemaal anders; maar ook leuker.
11. Je krijgt hele andere prioriteiten. Ja, echt, jij ook.
12. Voor je het weet is de zwangerschap voorbij/voor je het weet lig je te bevallen.
13. Straks houdt alles op.

In de categorie “Gewoon dom”:
1. En, hoe zijn de hormonen thuis?
2. Dan zullen jouw ouders wel gelukkiger zijn dan zijn ouders.
(Het wordt het eerste kleinkind voor mijn ouders, zijn ouders hebben er al één)
3. Zwanger? Tegelijkertijd met je schoonzus? Was dat nog moeilijk om te timen?
(Dus jij denkt echt dat we eerst in de hele familie bespreken wie wanneer zwanger mag worden?)
4. Weet je al wat het wordt? (Ja, een jongen). O, en dat vertel je ook gewoon?
5. Oh 7 maanden, dan moet je nog een maand hè?

In de categorie “…en bedankt”:
1. Weet je zeker dat het er geen twee zijn?
2. Zo, jij bent al dik!
3. Wat? Ben je pas 10 weken en nu al een buikje? DAT KAN NIET!
4. (En vervolgens met 28 weken) WAT? Al 28 weken? DAT KAN NIET! Waar laat je die baby?
5. Jij hoeft niet meer lang, hè? (Uh, jawel, nog zo’n drie maanden)
6. Jij krijgt zeker een tweeling!?
7. Maar Sarah! Sta je niet op het punt van bevallen? (Ik was 28 weken)

In de categorie “Vrouwonvriendelijk”:
1. Je ziet er wat moe uit vandaag, had je vrouw weer last van de hormonen gisteren?
2. Snurkt die van jouw ook zo ontzettend (Zei de ene toekomstige papa tegen de andere, altijd een recept voor briljante uitspraken)
3. Slaapt ze (de mama to be) nog goed? Mooi. Straks kan je elke nacht een paar keer op.
4. Dring vooral aan op borstvoeding. Dan kan je zelf ’s nachts blijven liggen.
5. En? Heb je al dikke tieten? (Vroeg een mannelijke collega)
6. Of, met een blik naar beneden: Hoeveel ben je al gegroeid, toch zeker twee cupmaten?
7. Hoe is het met je drachtige koe?

In de categorie “Bemoeizucht”:
1. Hoe bedoel je, je wilt geen ruggenprik als die niet nodig is? Ben je gek geworden / wacht maar tot de weeën begonnen zijn, dan piep je wel anders.
2. En dan moet je van de computerkamer de babykamer maken, en de slaapkamer op zolder wordt dan de computerkamer, en dan maak je….
3. Zwanger? Dan MOET je ‘Oei, ik groei’ kopen. Daarin staan de sprongetjes van je baby zo goed uitgelegd! (‘Sprongetjes’???)
4. Hoe gaan jullie dat doen in het appartement? (Nou tweede slaapkamer) Is dat wel slim om dat nu te doen?
(Nou ik bén al zwanger, maar we zullen het heroverwegen)
5. Jullie kiezen vast een Franse naam he? (Nee) Een Engelse dan! (Nee) Een korte, krachtige naam dan! (Nee, denk je nou werkelijk antwoord hierop te krijgen?)
6. WAT? Voel je hem al bewegen? Nee dat kan niet, in het boek van Beatrijs Smulders staat dat dat pas met 20 weken kan.
7. WAT heb je daar al last van? Nee dat kan niet. En ik heb al 2 zwangerschappen meegemaakt dus ik kan het weten. (Zei een man)
8. Je MOET een Bugaboo/Quinny/etc nemen, die zijn zo handig!
9. Van man tot man: Heb je Kluun al gelezen? Help, ik heb mijn vrouw zwanger gemaakt is verplichte kost!
10. Wat? Eet je nog pittig?! En de baby dan?
11. (Zet je net een blikje cola/kopje koffie aan je mond) JE MAG HELEMAAL GEEN COLA!/KOFFIE!

In de categorie “Onbegrijpelijk”:
1. Als het een meisje wordt, dan moet je haar Annegien noemen.
2. Leuk zwanger! Nu gaan jullie zeker verhuizen?
3. Mag ik de naam weten? (Nee!) Oh is het een geheim??

In de categorie “…en de papa dan?”:
1. Hoe gaat het met haar?
2. Heeft ze al klachten?

In de categorie “De bevalling”:
1. Ben je bang voor de bevalling? (Nee) Nou elke vrouw is bang hoor, en elke vrouw denkt dat ze het niet kan.
2. En dan hoor je die vrouwen gillen in de verloskamers naast je…

Midnight Mosquito

Midnight Mosquito

Het is half drie ‘s nachts als ik verschrikt mijn ogen open, bij mijn oor klinkt een hoog hinderlijk gezoem. Wild sla ik om mij heen: een mug! Als ik ergens niet van kan slapen, is het wel van een mug. Terwijl ik het dekbed over mijn oor trek in een poging zo toch in slaap te vallen, krijg ik het bloedheet. De nachttemperatuur van 23 graden is niet mij niet gunstig gezind.

Tevergeefs werp ik mijn slapende liefde een paar woeste blikken toe in het donker, zucht een paar keer diep, sla nog eens wild om mij heen en knipper wat met mijn nachtlampje. Maar mijn ridder slaapt nog steeds. Zachtjes fluister ik “L. er zit een mug in kamer, ik doe het grote licht aan, ok?”. Schijnbaar sliep hij toch niet zo diep want hij zit ineens overeind. Terwijl ik mij bewapen met een opgerold tijdschrift en mijn bril opzet (met -4 wordt het lastig muggenmeppen), kijkt mijn liefde mopperend om zich heen.

5 minuten zoeken. Geen mug. 10 minuten later. Nog steeds geen mug. Na een zoektocht van 15 minuten geef ik het op. Op het moment dat ik het licht uit wil doen verschijnt de mug echter recht voor mijn neus. Met een wilde karate slag raak ik hem net niet en zet een wilde achtervolging in, terwijl mijn man roerloos op het bed zit met zijn ogen dicht (“eb je um al…?”).

Met mijn 5 maanden zwangere buik klim ik op de vensterbank om de mug het licht uit de ogen te meppen. Vloekend sta ik mijn balans te zoeken als blijkt dat de mug weer verdwenen is. Terwijl mijn man zich achterover laat zakken op het dekbed als een prooi (“..eltewusten….”), duikt de mug weer op, en steekt zijn tong naar mij uit.

Terwijl ik mij tot het uiterste strek, met mijn tijdschrift tot achter mijn oor, mep ik… Naast de vampier!
Ik kan er net niet bij. Terwijl ik het kreunend opgeef, staat ineens mijn zombie echtgenoot weer naast mij, rukt het tijdschrift uit mijn handen en slaat met een woeste slag de mug aan bloedspetters. Met een geërgerde zucht kruipt hij het bed weer in terwijl ik juichend de slaap weer hervat.

Het is drie uur ‘s nachts als ik verschrikt mijn ogen open. Jeuk!

Shut de fuk up!

Shut de fuk up!

Tegenover mij zit zo’n zieltjeswerver van tomaten partij Sp. Zo’n bal gehakt, zo’n 20 jarige geïndoctrineerde nerd, zo eentje die nog borstvoeding krijgt. Wiens natte droom bestaat uit iets met tomaten, sponsen en Emile Roemer. Als ik beter kijk, had hij dat zoon van Emile kunnen zijn. Emile junior. Zijn mond gaat open en ik denk “shut de fuk up”.

Hij moet op tijd thuis zijn, verteld hij uit het niets aan de man naast hem. Anders mist hij het debat op Nederland 1, of was het 2 of 3? En Emile Roemer, doet ook mee en van die anderen “uuh hoe heet ie Rutte en Balkenende enzo”. Daar gaat je vertrouwen, duidelijk gevalletje van hersenspoeling, ik zeg het je. Naprateritus.

En inderdaad na vermelding van bijster interessant bovenstaand feitje, steekt hij zijn partijpraatje af. Vijf minuten later merk ik dat ik slechts een ding hoor: Wij.

Wij.Wij.Wij.Wij. Ik sluit mijn ogen om enig oogcontact te vermijden en draai mijn tong drie keer rond in mijn mond om mij er van te weerhouden die knul te vragen of hij ook nog een eigen identiteit heeft of dat hij die ook gelijk maar aan satan verkocht heeft.

Maar hij begint net op stoom te komen, en begint een enthousiast relaas over dat de bezuinigingen niet nodig zijn, dat Emile Roemer dat altijd al riep, en dat “die rechtse partijen” allemaal maar angstzaaiers zijn. In gedachten pak ik mijn “hierop op stemmen in geval van verstandsverbijstering-lijstje” erbij en word de SP geschrapt. De man naast hem zie ik langzaam wegschuiven op zijn stoel.

Na 10 minuten politiek geblaat krijg ik de neiging om het joch te doen geloven dat ik Geert Wilders ga stemmen. Nee, aanbid. Dat ik hem op poster formaat in mijn kamer heb hangen, terwijl hij Emile Roemer in het kruis grijpt…

Maar dan gebeurt er iets waar ik even niet op gerekend had. De man naast hem gaat uitstappen, moet uitstappen. Of moet ik zeggen vluchten? Benauwt piept hij “ik wíl er hier uit”. En nu heeft Emile junior niemand meer om zijn passie op te botvieren. Vlug sluit ik mijn ogen.

Ik hoor hem rommelen in zijn tas en zie hem tussen de kiertjes van mijn ogen, met de briljante tekst “something to clean from the politics at the Hague”, zo’n vreselijke tomatenspons aan de buitenlandse “Eminem” studente tegenover hem overhandigen. Enthousiast knort zijn lach door de trein, waarop hij weer in zijn tas rommelt, weer een spons tevoorschijn tovert en vervolgens zijn hand in het luchtledige laat hangen. Teleurgesteld mompelt hij “o…oh…die slaapt”.

Zodra we Maastricht naderen ben ik echt bijna in slaap gevallen. Als ik mijn ogen open, kijkt hij mij hoopvol aan en zijn handen frummelen alweer aan de tas.

Ik doe mijn uiterste best geen oog contact te maken en bekijk de trein minutieus van vloer tot plafond.

Als de trein stopt sta ik als eerste buiten en schud de nerd af. Een blik over mijn schouder verteld mij dat het gelukt is. Maar eenmaal buiten het station tref ik een ware veldslag aan. Zieltjeswervers van de PVDA, VVD, ze staan er allemaal. Ik weiger alle brochures en zinloze frutsels (PVDA deelt theezakjes uit, is dat humor?) maar in een moment van onoplettendheid staat de rood aangelopen, hijgende tomaat, weer voor mij. Gefrustreerd duwt hij mij een spons in de hand en loopt weg. Om gelijk weer terug te lopen. “Ik moet erbij zeggen dat Emile Roemer zegt dat de bezuinigingen niet nodig zijn”.

Oh man, denk ik: shut toch de fuk up!

Het infuus versus de tumor

Het infuus versus de tumor

Zo’n 3 seconden na het verzenden van de sms hangt vriendin M. al aan de telefoon. Ze dacht ze belt mij maar even. Waar ik was. En ik, die zei dat ik maar bleef zitten aan mijn bureau omdat anders mijn ontvangst zou wegvallen “haha”. Ze zei dat ze het niet anders kon zeggen, dan gewoon recht uit, zoals het was. Als ik niet beter wist, zou ik denken dat ze het uitmaakte.

Haar stem breekt, “het is niet goed Sarah. Echt niet goed.”

Wat doe je dan? Wat kun je dan? Behalve naar haar stem luisteren die het verhaal verteld van de tumor die de arts aantrof op de echo. Een tumor van 18 cm doorsnee. Wat doet zo’n meloen (haar woorden) in mijn vriendinnetje? De enige meloen die daar hoort te zitten is een echte, maar dat zou niet goed zijn als ze een echte meloen, in zijn geheel, in haar buik zou hebben zitten.

Beelden van gestreepte meloenen in M.

M. die een complete meloen verorbert. Ik dwaal af.

Zij dwaalt ook af. Zij ziet alles voorbij komen, zij voelde de wereld onder haar verdwijnen en ik alleen mijn bureaustoel.

Maar toch zag ook ik alles voorbij komen, zelfs de operatie waar ze over spreekt die nog niet eens plaats heeft gevonden. Zelfs de pyjama’s die ze vanavond gaat kopen “voor in het ziekenhuis”.

En ik weet niet eens wat voor pyjama’s M. draagt. Maar ik weet wel dat ze een tumor heeft.
Ik weet ook dat ze van Thais soms moet overgeven en het toch blijft eten. Ik weet dat ze dol is op zoute drop. Dol is op D. haar vriend, dol is op haar katten, op reizen, dol is op fotografie en mijn passie deelt voor boeken. Dol is op series. Dol is op relativeren.

Dus het is niet zo erg, ze gaat alleen maar naar het ziekenhuis voor een MRI, CT scan, enge dokters en onzekerheid. Zij is niet bang voor die tumor, haar meloen, zij is bang voor het infuus. Een miezerig klein naaldje jaagt deze powervrouw de stuipen op het lijf.

En dat lijkt mij een prima deal. Het infuus versus de tumor.

Dat verliest die meloen garandeert. Heb ik wel eens bij Brianiac gezien. En alles wat ze daar zeggen en doen is waar. Want dat komt op Discovery channel.

Dus lieve M. maak van jouw angst jouw wapen, hef het zwaard, prepare for battle. We might be in for a bumpy ride. But so was Joan of Arc.

Stilte voor de Storm

Stilte voor de Storm

Met de slaap in mijn ogen staar ik naar het kartonnen staafje, ik draai het in het licht op zoek naar dat 2e streepje. Niks. Zuchtend kruip ik het bed weer in waar de liefde nog in een diepe slaap verkeerd. Na 5 minuten gaan mijn ogen weer open, ik kan de slaap niet vatten. Zal ik toch…? Ach, wat kan het kwaad? Ik gris het staafje van mijn nachtkastje en trippel op blote voeten naar de keuken. Mijn hart slaat een paar slagen over, een glimlach verschijnt samen met het zien van dat 2e blauwe…donkerblauwe streepje.

Eenmaal terug in bed grijns ik naar de liefde, die in slapende onwetendheid verkeerd. Ik besluit hem niet wakker te maken. Hij was zo moe, en we gaan nog genoeg vroege ochtenden krijgen. Giechelend lig ik op mijn rug, ogen staren naar het plafond en mijn hand zakt automatisch naar mijn buik. Hallo kleintje. Ik ben je mama. Naast ons ligt je papa nog te slapen. Ben je daar echt? Ben je een jongetje of een meisje? Hoe moeten we je noemen? Allemaal vragen die de vlinders in mijn buik doen dansen.

Naast mij is beweging, ik geloof niet dat ik geslapen heb. Niet echt althans. Ik wacht tot hij zijn ogen open doet en hou het staafje onder zijn neus. “Kijk!”. “Wat is dat?” is zijn verraste reactie. “Dat is dat we papa en mama worden! Leuk hè?”. Tranen. Niet de laatste kan ik je vertellen. Tja, wat doe je op de ochtend dat je net hebt ontdekt dat de grootste verrassing van je leven in je buik groeit? In bed liggen, Animal Planet kijken, nog meer tests doen en lachen. Veel lachen.

Gisteren hebben we jou voor het eerst gezien. Ik bekijk de foto’s keer op keer. Jij bent het echt, van alle kindjes in de wereld, is de allermooiste voor ons bewaard gebleven.

De kaasboer

De kaasboer

Hij was het type badboy. Nou moet ik eerlijk zeggen dat dat niet mijn type is voor in het dagelijks leven, maar badboys in de film (Colin Farrell, Johnny Depp…) daar zeg ik geen nee tegen.
Maar tegen deze jongen dus wel, badboys in het echt moet ik niet. Ze hebben niet voor niets “bad” voor hun “boy” staan. En trouwens deze jongen was niet eens knap, maar hij had iets. Iets fouts, iets lelijks wat toch leuk was, iets wat ineens een herinnering triggerde van heel lang geleden.

Ik was hem alweer vergeten: Michel.

De herinneringen aan hem overvallen mij als een tsunami, hoe zijn handen het plakjesapparaat bediende, hoe zijn scheve glimlach mij hartkloppingen bezorgde, hoe zijn litteken op zijn wang mijn vingers deed tintelen. Hoe graag had ik dat schort niet van zijn magere voetballijf gerukt, en mijn armen om zijn slanke wiegende heupen  geslagen. Mijn obsessie voor Michel kostte mijn moeder kapitalen… aan kaas.

Michel was kaasboer bij de Dirk van den Broek bij mij in de buurt. In eerste instantie stond ik verstijfd achter mijn moeder opgesteld, ik bedoel je bent een jaar of 16 en ziet ineens een godheid een pondje kaas wegen. Reden genoeg om vooral niet op te willen vallen.

Helaas was mijn moeder wel zo oplettend en onder zware aanmoedigingen van haar kant ging ik voortaan kaas kopen. Elke dag wel te verstaan. Ik geloof niet dat ze dat helemaal bedoelde toen ze zei dat ik ervoor moest zorgen dat ik hij niet meer om mij heen kon, maar ik lever nooit half werk af. Zo ook niet als het gaat om mannen, en zeker niet als het ging om Michel.

Terwijl mijn ouders op straat kaas uitdeelden, flirtte ik er op los. Wat begon met een stamelend: “pondje kaas, alsjeblieft”, werden voorzichtige aanrakingen van handen bij het aannemen van de kaas, knipogen van hem en alles verblindende glimlachen die van de kassa naar de kaasafdeling 10 meter verderop gingen. Hij kwam zelfs achter de balie vandaan om een praatje met mij te maken. Mijn tienerhormonen hadden het niet meer. Boodschappen doen kon niet “zomaar” meer, in goed overwogen outfits, tot in de puntjes opgemaakt en gekapt ging ik met opgeheven hoofd naar de Super. Waar mijn Michel mij een pondje kaas afsneed, in plakjes, want dat duurde langer.

Tot de dag dat Michel niet meer kwam werken. Één dag niet, één week niet, één maand niet…
Met opgezette en met wallen omringde ogen, verzamelde ik alle moed om te vragen waar Michel was.
Het nieuws was vernietigend: hij had ontslag genomen – zonder het mij te zeggen!- en werkte nu bij een kaasspecialist in Amstelveen.

Halsoverkop propte ik mijn moeder in de auto, en na een zoektocht van een paar uur, had ik mijn Michel weer gevonden. Maar in het donker van de nieuwe kaaswinkel, zag ik de lichte schrik in Michel’s ogen, bij mijn verschijning. We wisselden nummers uit en Michel bleek zo’n 10 jaar ouder dan ik.
En met de belofte om een keer samen wat te gaan drinken heb ik hem gedag gezegd om hem vervolgens nooit meer te zien.

En nu staat zijn look-a-like zomaar voor mij, op de vroege donderdagochtend in de trein. En denk ik met lichte schaamte terug aan Michel. Mijn broodje kaas smaakt naar melancholie vandaag.

Stomende seks hoedje

Stomende seks hoedje

Bij gebrek aan hippe zonnebril tijdens een zonovergoten lunchpauze, besloot mijn collega mij te “versieren” met een prachtig, ouderwets, zelf gevouwen hoedje. Mét klep.
Na een korte speurtocht op internet, was het droomhoedje in een mum van tijd gevouwen. Wat een beetje speeksel, krant en handige collega al niet kunnen klaarspelen.

Vol trots werd het hoedje op mijn hoofd gezet.
Afgezien van dat ik het, door aanwezig lentebriesje, moest vasthouden, werd er met succes een foto gemaakt van dit onvergetelijke knutselwerk.
Én – zo bleek achteraf – naar de afdeling gemaild, waar het nog vele jaren bleef opduiken tijdens jubilea, verjaardagen en allerlei andere lollige gelegenheden.

Het simpele kranten hoedje kreeg algauw een sterrenstatus toen na bestudering bleek dat Mr. Daniel Craig himself ons vanaf de binnenkant toelachte, dat frivole blote vrouwenbenen op de klep ons de ogen uitstaken en achterop de legendarische woorden stonden: “stomende seks met je grootmoeder”.

Algauw bleek dat het “stomende seks hoedje” een louterende werking had op vrouwelijke collega’s zonder seks, zelfvertrouwen of enige happiness in de vorm van een man of chocola.
Met Mr. Bond, James Bond op je hoofd, voelde het leven toch een stuk spannender, sexier en mooier. 10 minuten dragen bleek heilzaam voor lichaam en geest. En niet te vergeten was het een garantie voor de slappe lach als je tegen een sippe collega opperde dat zij best het stomende seks hoedje even mocht lenen.

Na één legendarische dag van trouwe dienst, prijkte het hoedje op mijn bureau op de hals van een Jip&Janneke bubbelsap fles. Bij een vlaag van gebrek aan inner sexyness zette ik het stomende seks hoedje op en luisterde naar Daniel Craig’s zwoele gefluister. Mijn inner goddess is weer helemaal “shaken, not stirred…”