Monthly Archives: March 2008

Move! (Column voor Vodafone 17 maart 2008)

Move! (Column voor Vodafone 17 maart 2008)

Ik kreeg de opmerking dat het wel te merken was in mijn artikeltjes dat ik niet blij ben met de move naar Amsterdam. Ja, gek hè? 2 maanden nadat ik hier als Amsterdamse woonde en werkte, kwam de aankondiging.
Mijn leven was net wat rustiger geworden. Na 5,5 jaar op-en-neer reizen tussen Amsterdam en Maastricht, heb ik ervoor gekozen om mijn grote liefde voor altijd in mijn armen te sluiten en daarmee het Bourgondische leven, en Vodafone. So excuse me if i’m not amused!

Dolblij was ik, met mijn baan bij Vodafone. Maar na 2 maanden werd dit alles uit mijn handen getrokken.
Als behang wat net in je nieuwe huis hangt maar eraf komt bladderen, als de nieuwe jurk die eenmaal thuis toch boven budget blijkt, als die lieve poes die je nieuwe Glossy aan flarden krabt.
Eerste reactie? We verhuizen mee! …Of toch niet?…
En zo begon het wikken-en-wegen, de blijdschap, de onenigheden en het verdriet; 3 tissuedozen zijn ervoor nodig geweest om mijn tranen te deppen. Ik was op een middag niet eens meer in staat om te werken.
Ik heb echt gerouwd. Het weekend voor de einddatum hebben we de knoop doorgehakt: wij blijven hier.

En oh wat gaan we het leuk hebben! Veel leuker dan jullie*! Het weer is hier mooier, de mensen vriendelijker, de huizen goedkoper, en hier hebben ze verse vlaai. Jullie zitten straks aan de Multi-vlaai.
Hiervandaan zit je binnen een uur in grote steden zoals Brussel en Aken.
Vanuit Amsterdam ben je zo in wereldsteden als Abcoude, Hoorn, Purmer-end, Datsylel of het spetterende Almere.
Wij gaan lekker picknicken in de heuvels. Jullie op Zandvoort, waar je na 3 uur file en 20 euri in de parkeervreter, de zweetlucht van je buurman ruikt en zijn zonnebrand in je broodje proeft.

Mocht je ooit het Bourgondische leven gaan missen, in zeg 3 weken na je verhuizing, ik heb nog wel een logeerkamer waar je op mag. En zo niet, mag ik dan bij jou logeren als ik mijn thuis mis?

* Jullie = verwijzing naar degenen die gaan verhuizen naar A’dam e.o.

Ginny

Ginny

Een van mijn grote liefdes in dit leven heet Ginny a.k.a. Ginny-poes, poezevrouwtje, stuiterbal of pluizebol.
Zoals met alle poezen heeft zij óns gekozen.
Toen wij eenmaal op de bank in de kattenkamer van het asiel zaten, nestelde zij zich al snel bij mijn vriend op schoot en maakte het leven, van de andere naderende viervoetige pluizebollen, zuur.
We konden niet anders dan te smelten voor haar prachtige groene ogen en haar felle karakter. Het asiel waarschuwde ons dat het een angstig poesje was. Maar wij waren verkocht! Give us the cuddely thing!

Eenmaal thuis maakte mevrouw meteen duidelijk dat dit haar wel beviel, waar de meeste katten zich meteen verstoppen, sprong zij uit het reismandje, kwam naar ons toe en gaf ons flinke kopjes. Waarna ze in een hyperventilatie aanval verviel en ons in totale paniek door het huis liet rond rennen om haar rustig te krijgen.

Inmiddels hebben we mevrouwtje poes al 3 jaar. Vrijdag wordt ze 4 en ja, dat wordt gevierd. Ginny-poes hoort bij ons, zij is ons kindje. Terwijl ik dit opschrijf besef ik hoe ziekelijk dit klinkt, maar ik kan het niet anders verwoorden.
Ze gedraagt zich ook zo! Ik kan geen kartonnen doos laten staan of zij zit er in, ik ben al meerdere malen bijna het huis uit gelopen met in mijn rugtas een poes, je kunt niets laten slingeren zonder dat het kapot gekauwd word (heb ik een poes of een hond?), ik kan mijn vriend niet knuffelen of andersom zonder dat er een klagelijk gemiauw naast ons opstijgt “ik ook!”. Ze ligt altijd op de grond. Ze maakt lawaai als wij willen slapen. En waar jij bent daar moet zij ook zijn. Dat komt er op neer dat je niet kunt douchen of plassen zonder dat de kat mee moet het toilet of de badkamer op.

Zij is mijn sprankeltje geluk in dit leven. Als ik op een doordeweekse dag wakker wordt en zij zit naast mij op het bed barstensvol geknor naar mij te kijken, dan bolt mijn hart op van geluk. Ik begraaf mijn gezicht in haar vacht en fluister: je bent de allerliefste poes van de hele wereld, pluizebol!
Zij fleurt mijn hele dag op, een ochtendhumeur is er niet bij als zij met vibrerende staart door de keuken paradeert: “Brokjes! Brokjes!”.
S’nachts kruipt ze tussen ons in, ligt ze daar als een soort worst te braden. Op de bank klimt ze ongegeneerd boven op ons en als het haar niet zint hoe wij zitten worden we net zo lang boos aangekeken tot we zuchtend verzitten en zij met tevreden geknor tussen ons in opkrult. Ze mag zoveel, écht teveel. Maar ze is zo lief. Die onvoorwaardelijke liefde die ik voor haar voel is enorm.
Ginny-poes, je moet nog heel lang bij ons blijven hoor! (Vanavond mag je op schoot voor de laptop, dan lees ik je de column wel voor)